Jaren geleden hebben we ons huis helemaal opgeknapt. Een flinke verbouwing waarbij we van ontwerp tot uitvoering heel veel zelf hebben gedaan. Het stucen hebben we uitbesteed. Toen de stucadoor aan de afwerking van het plafond toe kwam en vroeg hoe ik het wilde hebben keek hij vreemd op. Iets wat hij nog nooit eerder had gedaan. Niet egaal strak, geen geschuurde overlappende cirkels. De overlappende cirkels maken me altijd een beetje nerveus.
Het is handwerk. Je weet dat de cirkels niet allemaal dezelfde radius kunnen hebben. Je weet dat de overlapping niet bij alle cirkels gelijk kan zijn. Maar het is wel de bedoeling dat het allemaal gelijk is en op het eerste gezicht lijkt het ook zo. En juist dat houd me zo bezig. Ik ga dan op zoek naar dat moment dat de stucadoor kramp kreeg in zijn vingers of een lamme arm van al die meters rondjes vegen en misschien wel zijn andere arm heeft ingeschakeld. De arm die niet zo getraind is en een andere zwier heeft. Of het moment waarop gezegd werd dat zijn koffie klaar staat. Dat moet toch te zien zijn. En als je dat eenmaal gevonden hebt, laat het je nooit meer los en ga je je er zelfs aan irriteren. Dus bij ons mocht de stucadoor lekker los gaan en willekeurig heen en weer draaien zodat er absoluut geen patroon ontstaat.
In de natuur vind je ook veel patronen. Patronen die lekker niet optimaal zijn als het gaat om perfect repeterend. Heerlijk als er een afwijking te zien is. Dat maakt het levendiger. Dat vertelt een verhaal. Soms zelfs een verhaal wat verandert naarmate de tijd verstrijkt.
Reactie schrijven